Afgeknipte broekspijpen
Mijn vader Kees de Graaf was van 1963 tot 1969 personeelschef bij houthandel De Neeff in Maassluis. Dagelijks reed hij op zijn Solex van Vlaardingen naar kantoor, later in zijn zwarte Morris Minor of in het koekblik, zijn witte Renault 4.
Het personeelswerk had naast het zakelijke ook sociale kanten. Een van zijn taken was het organiseren van personeelsfeestjes (zie de foto) en hoogtijdagen als Sinterklaas. Daarnaast besteedde hij aandacht aan het wel en wee van het personeel: een huwelijk, een geboorte of juist een overlijden. Ooit vertelde hij me een anekdote uit de roerige jaren zestig met nozems, provo’s en ‘langharig tuig’.
De zoon van een personeelslid liet zijn haar tot over zijn oren groeien, tot ergernis van zijn vader. Toen de zoon weigerde om naar de kapper te gaan zag zijn vader nog maar één oplossing. ’s Nachts zette hij de schaar in de kuif van zijn slapende zoon. De volgende ochtend zat er niets anders op dan een bezoek aan de kapper om alles weer op één lengte te krijgen.
De zoon sprak de dagen erna met geen woord over wat er was gebeurd. De rust keerde weer, tot tevredenheid van de vader. Tot hij op zondagochtend voor kerktijd zijn zwarte zondagse pak uit de kast haalde. Wat bleek? Uit zoete wraak had de zoon er de broekspijpen afgeknipt. Het gevolg was schreeuwende ruzie op de Dag des Heren. De zoon vluchtte het huis uit en kwam voorlopig niet terug. Nog dagen later hielp de personeelschef zijn geschrokken personeelslid naar zijn zoon te zoeken.
Hoe het verhaal afliep weet ik niet en de personeelschef kan ik het niet meer vragen. Ik neem aan dat de verloren zoon werd teruggevonden. Als het heel dramatisch was afgelopen had ik waarschijnlijk wel onthouden. Of het ooit is bijgelegd tussen die vader en die zoon is de vraag. Misschien is het verhaal in zestig jaar flink afgedwaald van de werkelijkheid, maar als iemand er in de verte iets van zichzelf in herkent hoor ik het graag.
Erik de Graaf