Oog in het Zeil
| | |

Oog in het Zeil – Expositie van Ties van Dijk

In oktober 1873 werd Ties van Dijk geboren op de boerderij van zijn familie halverwege de Oosterstraat in Warffum. Zijn vader was voogd van het eiland Rottumeroog, de vierde in de familiedynastie. Ties moest hem opvolgen, zo had zijn vader besloten. Maar het liep anders. Ties ontdekte al vroeg zijn passie voor de kunst. Hij voelde niets voor een leven op het eiland, maar wilde kunstenaar worden. In het voorjaar van 1897 ontvluchtte hij zijn vader en het eiland. In Amsterdam studeerde hij voor tekenleraar. Hij illustreerde kinderboeken, schilderde, tekende, beeldhouwde en gaf ruim dertig jaar les aan de Stadstekenschool in Edam. Na zijn pensioen verhuisde hij naar Eemnes, waar hij zich aan tot zijn dood in 1967 aan zijn kunst wijdde.

Van 1 september tot 12 november toont het Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum de tekeningen die Ties van Dijk van 1888 tot 1897 op Rottumeroog maakte op de expositie Oog in het Zeil. Samen met zijn werk uit Amsterdam, Edam en Eemnes vormen ze een overzicht van zijn leven en zijn kunst. Anderhalve eeuw na zijn geboorte keert Ties van Dijk terug naar Warffum. Welkom thuis, Ties!

Oog in het Zeil
Oog in het Zeil

De voogden van Rottumeroog

In 1782 brak het tijdperk van de voogdendynastie Van Dijk aan. Klaas Jacobs was de eerste. Driemaal ging het ambt over van vader op zoon. In 1865 volgde Guitje Klaassen van Dijk als vierde voogd zijn vader op. Hij trouwde met Evertje van der Kooi uit Rasquert. Het echtpaar kreeg elf kinderen, waarvan er drie vroeg overleden. Tussen zes zoons dacht Guitje Klaassen van Dijk zijn opvolger te vinden.

De voogden van Rottumeroog waren verantwoordelijk voor het beheer van Rottumeroog in het kader van de kustverdediging. Een stabiel eiland brak bij stormvloeden de sterkste golven en beschermde daardoor het vasteland van Groningen. Eindeloos bouwden de voogden dijkjes en verstevigden ze duinen. Frustrerend werk, want niet zelden konden ze na een flinke storm overnieuw beginnen. Ook beheerden de voogden de kapen op Rottumeroog, die de scheepvaart hielpen bij de navigatie op de Noordzee en de Eems. Bij schipbreuken in de buurt moesten de voogden erop uit om levens te redden en aangespoeld strandgoed te bergen. Veel werk voor een bescheiden provinciaal salaris met gratis huisvesting in de eilandboerderij. Daarnaast vergaarden de voogden extra inkomsten. Het rapen van meeuweneieren was bijvoorbeeld een goudmijn. De beste eieren gingen voor de verkoop naar de vaste wal, de tweede soort was voor eigen consumptie op het eiland en de slechtste eieren gingen naar de varkens. Ook konden Groningse boeren ’s zomers hun vee tegen betaling op het eiland laten grazen.

Het gezin van de voogd woonde in de boerderij op het eiland. Voor hun lagere schooltijd trokken de kinderen in bij hun grootouders in de Oosterstraat in Warffum. Na de lagere school stroomden ze door naar de driejarige Rijks-HBS in het dorp. Ties van Dijk was elf toen het cursusjaar in augustus 1885 begon, maar hij doorliep de opleiding schijnbaar moeiteloos. Hij was breed geïnteresseerd. Zijn talen waren goed, maar ook geschiedenis, aardrijkskunde en de exacte vakken kostten hem weinig moeite. Misschien had hij wat meer uitdaging nodig. Op een lerarenvergadering in 1888 klaagde de tekenleraar dat Ties “babbelachtig” was tijdens de lessen. Toch moet het hand- en lijntekenen een favoriet vak van hem zijn geweest. Op wonderbaarlijke wijze bleven enkele tekeningen uit die tijd bewaard. Ze zijn op de expositie in Warffum te bewonderen.

oog in het zeil
Oog in het zeil

Vlucht van het eiland

Na afronding van de Rijks-HBS keerde Ties in 1888 terug naar Rottumeroog om in de praktijk tot voogd te worden klaargestoomd. Op het eiland leefde altijd een kleine gemeenschap: het gezin van de voogd, twee dienstbodes en een wisselend aantal arbeiders. In mei 1890 kwam de tienjarige Marten Toonder uit Warffum naar het eiland. Thuis kon zijn grootmoeder niet meer voor hem zorgen, maar op het eiland was altijd genoeg te eten. Hij begon zijn loopbaan op Rottumeroog als eierzoeker, werd later schaapsjongen en koeienhoeder en uiteindelijk schippersknecht.
Aanvankelijk hadden Ties van Dijk en Marten Toonder weinig contact. Ties was zes jaar ouder en bovendien de zoon van de baas. Dat schiep afstand, maar later raakten ze toch bevriend. Tijdens het werk leerden ze elkaar waarderen en voerden ze lange gesprekken. Marten droomde hardop van een carrière op zee. Ooit zou hij de wereldzeeën bevaren, hoopte hij. Ties vertrouwde Marten toe dat hij helemaal niet als opvolger van zijn vader op het eiland blijven. Hij vertelde dat hij kunstenaar wilde worden, maar dat zijn vader dat maar niets vond.

Op het eiland tekende Ties van Dijk schetsboeken vol met impressies van het eilandleven. Duinlandschappen, het strand en de zee. De voogdboerderij en alle schuren op het eiland. De ‘Vijf Gebroeders’, het schip van de voogd ‘geankerd op het Wad over BB’ (bakboord dus). De kajuit van het zeilschip, met en zonder bemanning. De helling in Delfzijl, waar Ties van Dijk en Marten Toonder twee weken waren voor een opknapbeurt voor de Vijf Gebroeders. Hij portretteerde de mensen op het eiland: zijn familie, de eierzoekers, de schaapsjongens en de verweerde arbeiders. Het werk geeft een uniek beeld van het eiland aan het eind van de negentiende eeuw.

Tekenen was Ties’ passie, daarmee wilde hij verder. Zijn vader wilde daar niets van weten. Tekenen was een leuke hobby, vond de voogd, maar werken moest Ties op het eiland. Het conflict liep hoog op. Op een vroege voorjaarsmorgen in 1897 sloop hij naar de zolder van de boerderij om Marten te vragen hem naar de zeilboot op het strand te brengen. Vandaar zeilde hij naar de vaste wal, zonder dat zijn vader ervan wist.

Beroep: tekenaar

Na zijn vlucht van Rottumeroog reisde Ties van Dijk door naar Amsterdam, waar hij werd aangenomen op de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers. Deze voorloper van de kunstacademie was gevestigd in een bijgebouw van het Rijksmuseum. “Teekenen is spreken en schrijven tegelijk” staat nog steeds als motto boven de ingang. De studenten kregen er les in tekenen, schilderen, kunstgeschiedenis, anatomie, meetkunde, perspectief en pedagogiek.
In 1900 haalde Ties van Dijk zijn bevoegdheid tot het geven van lessen aan een middelbare school, maar het onderwijs trok hem niet onmiddellijk. Na zijn opleiding illustreerde hij kinderboeken. De tekeningen vielen erg in de smaak bij schrijfster Nienke van Hichtum, die zelf beroemd was door haar kinderboek Afke’s tiental (1901). “In krachtige, forsche trekken schetst de Heer van Dijk ons de ietwat demonische, spookachtige figuur van den geheimzinnigen speelman”, schreef ze in 1905 over De speelman van Hamelen in het tijdschrift Het Kind. Ze prees de tekeningen als “hooge, machtige kunst”.
In de eerste jaren na zijn studie schreef Ties van Dijk ook enkele artikelen. In 1901 reisde hij vanuit Amsterdam naar het Limburgse Valkenburg. Zijn ervaringen beschreef hij in het tijdschrift De Huisvriend. Later publiceerde hij in hetzelfde tijdschrift artikelen over Volendam en Het Gooi. Voor de illustraties bij de reisartikelen zorgde de gediplomeerde tekenonderwijzer zelf. De jongen van Rottumeroog had zijn droom waargemaakt. Tekenen was nu zijn beroep.

Stadstekenschool Edam

In 1903 kreeg Ties van Dijk een aanstelling als tekenleraar op de Stadstekenschool in Edam. Eerst reisde hij dagelijks met de stoomtram van Amsterdam naar Edam. Vanaf 1904 huurde hij een kamer in Zuidoostbeemster, niet ver van zijn werk. Een jaar later verhuisde hij naar de Voorhaven in Edam. Ruim dertig jaar gaf hij les aan de Stadstekenschool. De school onderwees niet alleen in de schone kunsten, maar in toenemende mate ook in het technisch en bouwkundig tekenen. Naast zijn onderwijsgevende taken tekende, schilderde en beeldhouwde hij alsof het een lieve lust was. Het Edams Museum bezit een aantal schilderijen en beeldhouwwerken van Ties van Dijk, die op de expositie te zien zullen zijn. Vooral het doek met de titel “Grote Kerk in herfstnevel” is indrukwekkend. Zijn tekeningen van Edam zijn, net als die van Rottumeroog, van een bijzonder documentair karakter. Opvallend veel stadsgezichten en portretten van gewone mensen. Zijn leerlingen op de Stadstekenschool, vissers voor zijn huis aan de Voorhaven, bakker Dirk Stil of een trompettist van de Harmonie. Allemaal in fijne potloodstreken.

In 1935 nam Ties van Dijk ontslag in Edam, ontevreden over de voortzetting van de Stadstekenschool als bredere ambachtsschool. Hij verkocht zijn huis en bouwde een nieuwe woning in Eemnes om zijn oude dag door te brengen. Hij kreeg ook meer tijd om te reizen. Niet alleen door Nederland, maar ook naar Rome en het Italiaanse kunstenaarsdorp Anticoli. De Tweede Wereldoorlog zette een streep door reisplannen naar Nederlands-Indië.

Oog in het Zeil
Oog in het Zeil

Oog in het Zeil

In Eemnes las Ties van Dijk in 1955 een recensie van het boek Klei en zout water, dat ene kapitein Marten Toonder senior had geschreven over zijn carrière op zee. Van Dijk schreef de auteur een brief in de hoop dat hij na achtenvijftig jaar ‘een oude jeugdvriend’ terug zou vinden. Per kerende post liet Toonder senior weten dat hij inderdaad de gezochte persoon was. Toonder had net als zijn oude vriend zijn droom verwezenlijkt. Hij had leren lezen en schrijven, had een stuurmandiploma gehaald op de Zeevaartschool in Delfzijl en was kapitein geworden op de Rotterdam Zuid-Amerika Lijn. Zijn inmiddels beroemde zoon hem voortleven in de stripfiguren Kappie en Wal Rus in de verhalen over Olivier B. Bommel en Tom Poes.
Ties van Dijk schreef zijn oude vriend dat hij in de gevels van zijn huizen in Edam en Eemnes gevelstenen had gemetseld van “onze grote open boot met sprietzeil en een köb” (Gronings voor meeuw, EdG). ‘Oogh int Seyl’ was duidelijk een herinnering aan hun Rottumeroog. In Eemnes heette de steen moderner ‘Oog in ’t Zeil’. Nog jaren hielden de hoogbejaarde mannen contact. Meestal schriftelijk, maar soms bezochten ze elkaar in Eemnes of Oegstgeest. Volgens kleinzoon Eiso Toonder spraken ze dan onverstaanbaar plat Gronings, afgewisseld door lange stiltes en een diepzinnig ‘jao, jao’.

Nalatenschap

Ties van Dijk tekende, schilderde en beeldhouwde ook in Eemnes vlijtig door. Hij overleed in 1967 op 93-jarige leeftijd. Hij had de vrouw die hem in zijn laatste levensjaren verzorgde gevraagd zijn werk na zijn dood te vernietigen. Dat kon ze niet over haar hart verkrijgen. Ze erfde al zijn kunstwerken en ook zijn huis in Eemnes. Veel kunstwerken werden meegegeven aan familieleden en aan oude bekenden van Ties van Dijk. Zo kunnen we ze bijna zestig later bewonderen in het museum in zijn geboortedorp Warffum.

Erik de Graaf

Gevelsteen Voorhaven Edam
Brochure Oog in het Zeil

Oog in het Zeil
Expositie over het leven en het werk van Ties van Dijk (Warffum 1873- Eemnes 1967). De zoon van de voogd van Rottumeroog, die zijn vader niet opvolgde maar kunstenaar werd. De expositie is van 1 september tot 12 november 2023 te zien in Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum.

Dit artikel verscheen in Blad voor Noord-Groningen, nummer 34 (augustus-september 2023). 

Over de illustraties: alle illustraties zijn op de exposite te bewonderen. Op het bovenste schilderij boetseert Ties van Dijk de dochter Johanna van zijn vriend J.J. Damme, tevens oud-klasgenoot op de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers. Het schilderij van de kerk van Edam is in bruikleen van het Edams Museum.

Vergelijkbare berichten