Blauwestad. Een dorp in uitvoering
In 2013 had ik een missie. Bij gebrek aan een beter voornemen vertelde ik tijdens het nieuwjaarsontbijt dat ik dat jaar door alle steden en dorpen van Groningen ging fietsen. Er waren twee spelregels, bedacht ik ter plekke: ik moest de eerste keer vanuit Warffum vertrekken, daarna mocht ik mijn etappes beginnen op plekken waar ik al op de fiets was geweest. Oei, ik had onmiddellijk spijt van mijn woorden. Maar ja, ik kon mijn kinderen alleen aan hun nobele voornemens houden als ik mijn eigen opwelling serieus nam. Gelukkig had ik er een heel jaar de tijd voor.
Ik begon op Nieuwjaarsdag met mijn vaste fietsrondje met Broek als verste punt. Gelijk al vijf dorpen afgevinkt. Een week later fietste ik naar Onderdendam, Fraamklap, Toornwerd en Middelstum en via Kantens en Usquert weer terug naar huis. Langzaam maar zeker breidde ik mijn territorium uit. Half juli bereikte ik het Oldambtmeer. Het was een prachtige zomerdag. Niet te warm, af en toe een wolkje ter verkoeling, weinig wind. Ideaal fietsweer. Vanaf Scheemda reed ik via Midwolda, Oostwold, Finsterwolde, Beerta in een ruime boog om het nieuwe meer heen. Ik twijfelde of ik door Blauwestad moest fietsen. Een echte stad was het tenslotte niet, een dorp ook nauwelijks. Ik zag vooral een lege vlakte met een grote Rode Rups en af en toe een paar villa’s. Uit nieuwsgierigheid sloeg ik toch rechtsaf bij de rotonde bij Ekamp.
De eerste die ik in Blauwestad tegenkwam was Sicco Mansholt, zijn standbeeld welteverstaan. Op een informatiebord uit 2008 werd hij de “(inter)nationaal misschien wel de bekendste Groninger ooit” genoemd. Dat geloofde ik niet. Arjen Robben speelde toen bij Real Madrid, wist ik, en zijn beruchte wissel door bondscoach Advocaat was in 2004. Als u een nog beroemdere Groninger kent moet u het me laten weten. Mansholt was bovendien groot voorstander van de Blauwestad, las ik op het bord. Dat was lang niet iedereen. Boeren vonden het zonde om vruchtbare landbouwgrond onder water te zetten en een groot deel van de bevolking zag het Blauwestad-project als een speeltje voor de rijken. Langs het standbeeld van Mansholt keek ik in 2013 over een kale vlakte naar het rode herkenningspunt van Blauwestad, het informatie- en expositiecentrum dat in de volksmond de Rode Rups heette. Misschien kon ik daar een broodje eten en mijn dorst lessen. Daar was ik aan toe. Maar mooi niet, in heel Blauwestad vond ik ondanks de gezellige zomerdrukte geen spoor van horeca.
Tekentafeldorp
Eind 2023 verscheen het boek Blauwestad met de lange ondertitel Een dorp in uitvoering en een poging het land naar onze hand te zetten. Karin Sitalsing blikt daarin terug op de geschiedenis van wat ze een ‘tekentafeldorp’ noemt. De eerste aanzet kwam in 1989 uit de koker van een ambtenaar en een architect. Oost-Groningen had een krachtige sociaaleconomische impuls nodig om armoede en verpaupering te bestrijden, vonden ze. Er was grote werkloosheid in het gebied en de arbeidsparticipatie was laag. Jongeren trokken weg, vergrijzing en bevolkingskrimp sloegen toe. De voorgestelde oplossing was een groot meer met daaromheen ruimte voor natuur, recreatie en luxe woningbouw. Het project moest kapitaalkrachtige kopers uit de Randstad en uit Duitsland aantrekken, die aanvankelijk zelfs op privé-eilandjes in het meer mochten bouwen. Het meer werd uiteindelijk kleiner dan gepland en de eilandjes werden geschrapt. Het klonk allemaal te poenerig in de oren van de omwonenden. Maar in de kern ontstond wat de initiatiefnemers in gedachten hadden. Karin Sitalsing hield in 2022 een maand of drie als ‘Schriever op Stee’ (een vergroningste Artist in Residence) spreekuur in het kantoor van de havenmeester van Blauwestad om verhalen te verzamelen over het woongenot van bewoners en de dromen van toekomstige bewoners. Daarnaast trok ze eropuit om met bestuurders, projectontwikkelaars, wetenschappers en voor- of tegenstanders van het plan te spreken over de ups & downs van de ontwikkeling van Blauwestad. Want van een leien dakje ging het zelden.
Beerta am See
Wie wat bewaart, die heeft wat! Na lezing van het boek van Karin Sitalsing vond ik in een mapje oude krantenknipsels over Groningen een artikel over de Blauwe Stad uit NRC Handelsblad uit 1994. Journalist Paul Hellmann, als pleegzoon van striptekenaar Marten Toonder bekend met Groningse karaktertrekken, trok een paar dagen door Oost-Groningen om de gevoelens over het megaplan te peilen. Hij beschreef hoe ooit door overstromingen de Dollard ontstond tot vlak boven Midwolde, Oostwold en Finsterwolde. Veel land werd in de loop der eeuwen door inpolderingen heroverd op de zee. Net onder die dorpen en vlak boven Winschoten moest nu een groot meer voor Randstedelingen en Duitsers komen. Dat ‘Beerta am See’ schoot veel omwonenden in het verkeerde keelgat. Het was een project voor de rijken, riepen communistische voormannen Stek en Modderman in koor. Ook veel boeren zat het niet lekker. De uitgezette koers leidt tot een ramp, vertelde een boer uit Nieuwolda. Van verschillende kanten werden bezwaren geopperd. Het was doodzonde om vruchtbaar land onder water te zetten, vonden de boeren. Op de werkloosheid zal het nauwelijks effect hebben, riepen de communisten. Ook het planten van bossen viel niet altijd in goede aarde, hoorde Hellmann op een informatieavond: “We verstikken als we niet in de verte kunnen zien”. En in Winschoten zou het anderhalve graad kouder worden door al dat water in de buurt. Het eigenzinnig karakter van de Oldambtsters gaat gepaard met hardnekkig negativisme, viel de journalist op.
Coronaproof
’t Gaait deur, kraaide de Groningse gedeputeerde Gerard Beukema in 1997. Wel zonder voorzieningen om de ontwikkeling van de omringende dorpen niet in de weg te zitten. Geen scholen dus in Blauwestad, geen dorpshuis en geen supermarkt. Een jaar later werd de eerste landbouwgrond aangekocht. In 2005 draaide koningin Beatrix de kraan open om het meer vol te laten lopen. In datzelfde jaar werd de eerste kavel van Blauwestad verkocht, schrijft Karin Sitalsing in haar boek. Volgens de meest optimistische planning konden jaarlijks 150 kavels worden verkocht, maar daar kwam het niet van. Blauwestad had in 2007 nog maar een handvol bewoners toen de kredietcrisis toesloeg. Door de achterblijvende kavelverkoop trokken drie grote bouwbedrijven zich terug uit het project. Er ontstond een financieel schandaal en er waren discussies over gesjoemel met grond. Sitalsing besprak het allemaal met betrokkenen als de ex-gedeputeerden Beukema en Calon en de bouwondernemer Koop. Leuke herinneringen deelden ze graag met haar, maar als het kritisch werd staakte hun geheugens.
De economische misère duurde zeker tot 2013. In het jaar dat ik door Blauwestad fietste werd er slechts één kavel verkocht. Vanaf 2016 kwam er weer schot in de zaak, ook doordat besloten werd om goedkopere woningen in het Havenkwartier te bouwen. Met goedkoper werd ruim drie ton bedoeld, bijna driemaal zoveel als de gemiddelde WOZ-waarde in de regio buiten Blauwestad. De coronapandemie gaf de volgende boost. Door de mogelijkheid van het thuiswerken konden mensen ver van kantoor aan een Oost-Gronings meer gaan wonen. 2021 was het enige jaar waarin het optimistische (maar ook allang bijgestelde) streefgetal van 150 kavelverkopen werd gehaald. Een jaar later 123, maar in 2023 daalde het aantal weer fors. Rond de afgelopen jaarwisseling telde Blauwestad 1252 inwoners. Daarmee is de voltooiing voorlopig nog niet in zicht. Nog 500 kavels te gaan. Het blijft nog even een dorp in uitvoering.
Was Blauwestad inderdaad de sociaaleconomische impuls waar de regio op zat te wachten? De werkloosheid is sinds 2005 meer dan gehalveerd en de arbeidsparticipatie flink toegenomen, maar dat is geheel volgens de landelijke trends. De gemiddelde huizenprijs ligt binnen Blauwestad bijna viermaal zo hoog als erbuiten. Het is dus ook een enclave van welgestelden geworden, zoals de communisten voorspelden .
LOVE
Door het lezen van het boek over Blauwestad kreeg ik zin om mijn fietstocht van 2013 nog eens over te doen. Door de regentijd en de stormen Pia, Gerrit en Henk kwam het er pas op de eerste zondag van het nieuwe jaar van. Het was een prachtige winterdag. Niet te koud, een laagje sneeuw, een zonnetje en weinig wind. Ideaal fietsweer. Over de Pieter Smitbrug, de langste fiets- en wandelbrug van Europa (als je de brughoofden meetelt) reed ik vanuit Winschoten Blauwestad binnen. Net als toen fietste ik eerst naar het standbeeld van Sicco Mansholt. Elf jaar geleden fotografeerde ik de “bekendste Groninger ooit” in een lege vlakte. Nu staat Mansholt aan de rand van de woonwijk Het Park. Het informatiebord over Mansholt is besneeuwd. Een voorbijganger heeft met grote letters LOVE in de sneeuw geschreven. Of de liefde Mansholt betreft of het woongeluk in Blauwestad zal ik nooit weten.
De Rode Rups, jarenlang hét herkenningspunt voor Blauwestad, is inmiddels afgebroken. Tegenwoordig wordt het imago bepaald door de “historische” bebouwing in het Havenkwartier. Ik fotografeer vanaf hetzelfde punt als in 2013. De verschillen hoef ik niet te zoeken. Hier is veel veranderd, maar niet alles. Een echtpaar uit Heiligerlee dat na een lange wandeling op een warme kop thee hoopte komt bedrogen uit. Het restaurant Heerlijke Streken gaat pas over een week open, maar dan schijn je er wel weer goed te kunnen eten.
Na wat rondjes door het Havenkwartier en de wijken De Wei, Het Park en Het Wold fiets ik naar Beerta en Finsterwolde en dan door het “verstikkende” bos naar Oostwold. Vanaf de Pier kijk ik uit over het prachtige Oldambtstermeer. Een wandelaar vertelt me dat hij een jaar geleden van Winsum naar Blauwestad verhuisde en er geen dag spijt van had. Karin Sitalsing vraagt zich af of ze er zou kunnen wonen. Ze concludeert eerlijk van niet. Ze zou de wandelingetjes door de stad missen, schrijft ze. Ook ik blijf wonen waar ik woon.
Erik de Graaf
PS – dit artikel verscheen in Blad voor Groningen, nr. 37 (februari/maart 2024). De foto’s maakte ik zelf op fietstochten in 2013 en 2024.
Aanleiding voor het artikel was de verschijning van Karin Sitalsings boek Blauwestad. Een dorp in uitvoering en een poging het land naar onze hand te zetten (Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam, 2023) ISBN 9789045045719).