Communistische demonstratie op de Stalinalle in Oost-Berlijn
|

Een Indonesiëweigeraar in Oost-Berlijn

Toen hij in 1947 in dienst moest, was Jurrien Dubbelboer geen pacifist. Kort na de Tweede Wereldoorlog vond de jonge communist het vanzelfsprekend om de Nederlandse landsgrenzen als dienstplichtig soldaat te verdedigen. Maar tijdens zijn militaire opleiding kreeg hij te horen, dat zijn eenheid naar Indonesië zou worden uitgezonden, waar al vanaf 1946 een koloniale oorlog woedde. Dubbelboer had geen zin om in Indië tegen een onafhankelijkheidsbeweging te gaan vechten. “Na de bevrijding waren we in Nederland dolblij met onze heroverde vrijheid”, vertelt hij me ruim zestig jaar na dato. “Ik kon me goed voorstellen, dat de Indonesiërs ook eindelijk vrij en onafhankelijk wilden zijn”.

Toch werd Dubbelboer in juli 1948 in Amsterdam ingescheept op de S.S. Johan van Oldenbarnevelt, het troepenschip dat hem met zijn eenheid naar Indonesië moest brengen. Hij bleef slechts enkele uren aan boord, want in de sluizen van IJmuiden maakte hij handig gebruik van de chaos op de kade. Ongemerkt stapte hij van boord en verdween hij in de uitzwaaiende menigte. In Amsterdam dook hij onder bij kennissen. Tot 1951 werkte hij illegaal in een elektriciteitswinkel en bracht hij communistische tijdschriften rond.

In december 1949 werd Indonesië onafhankelijk, maar Nederland bleef de weigeraars uit de voorafgaande jaren vervolgen. Naarmate de strijd in Indonesië in de jaren vijftig uit het bewustzijn werd verdrongen waren steeds minder mensen bereid om de nog steeds ondergedoken weigeraars te helpen. Ook voor Dubbelboer werd het lastiger om het illegale leven vol te houden. “Indië was een afgesloten hoofdstuk en de weigeraars moesten zich zelf maar zien te redden”, zegt Dubbelboer nu. Geen seconde overwoog hij zich vrijwillig bij de politie te melden, zoals veel andere weigeraars deden. Uit angst voor een jarenlange gevangenisstraf. Lange tijd moesten de weigeraars op drie tot vier jaar rekenen. Pas later in de jaren vijftig werden de straffen milder.
Dubbelboer bedacht een alternatief. Hij wilde naar de communistische DDR vluchten om daar een nieuw leven op te bouwen. Van de Communistische Partij Nederland (CPN) verwachtte hij steun. De kameraden van de partij wilden hem dat niet zwart-op-wit meegeven, maar zegden wel toe later aan de Oost-Duitse zusterpartij door te geven, dat hij een betrouwbare communist was. Via een oude Limburgse smokkelroute, waarover zijn stiefvader Albert Potze al vóór de Tweede Wereldoorlog Duitse communisten voor Hitler naar Nederland hielp vluchten, ontkwam Dubbelboer nu via West-Duitsland naar Oost-Duitsland. Begin 1952 kwam hij in Oost-Berlijn aan, waar hij onmiddellijk politiek asiel aanvroeg.

Jurrien Dubbelboer in Oost-Berlijn
Jurrien Dubbelboer in 1953

Asiel in Oost-Berlijn

Twee jaar leefde Dubbelboer op kosten van de DDR in een hotel in het centrum van Oost-Berlijn. Bovendien kreeg hij 20 mark zakgeld per dag, dat hem onregelmatig door ene Arthur werd overhandigd. “Ik had geen idee wie Arthur was. Ook niet of hij voor de Oost-Duitse communistische partij of voor de geheime dienst werkte”, zegt Dubbelboer nu. Zelfs Arthurs achternaam bleef geheim. Hij wist alleen dat Arthur in een Oost-Duitse EMW met het kenteken IB-2646 rondreed. Als Arthur wel eens vergat het geld te brengen ging Dubbelboer in het verkeersarme Oost-Berlijn op zoek naar die BMW van Oost-Duitse makelij.

De eerste maanden in de DDR waren niet gemakkelijk voor Dubbelboer. “In het begin was ik heel eenzaam. Er was me op het hart gedrukt tijdens de asielprocedure geen contacten met Oost-Duitsers aan te knopen”. Bovendien mocht Dubbelboer niet werken, hoewel hij elke dag zag hoeveel arbeidskrachten de DDR in haar opbouwperiode kon gebruiken. De lange dagen bracht hij door met lezen, tekenen, fotograferen en met lange wandelingen door de stad. “Mijn handen jeukten, ik wilde graag aan de slag. Al die tijd hoopte ik op asiel. Ik kon me goed voorstellen voor altijd in de DDR te leven”. Tegen alle adviezen in maakte Dubbelboer toch Oost-Duitse vrienden, die hem thuis uitnodigden of met hem naar het theater of de kroeg gingen. Dat maakte het leven in een stuk aangenamer.
Dubbelboer herinnert zich de bijzondere sfeer in Oost-Berlijn. “De stad lag grotendeels in puin. Het was nog maar zeven jaar na de oorlog. Toch waren de Oost-Duitsers vooral met wederopbouw en toekomst bezig. Ook ik werd door dat optimisme aangestoken. Op mijn foto’s zie je veel tevreden arbeiders, die vóór hun regering demonstreerden”. De eerste tekenen van ontevredenheid van de Oost-Duitse bevolking brachten Dubbelboers vertrouwen in het communisme niet aan het wankelen, terwijl hij er toch getuige van was hoe Russische tanks de volksopstand van 17 juni 1953 in Oost-Berlijn bloedig neersloegen.

Bouwwerkzaamheden in Oost-Berlijn in 1953
Bouw van de Stalinallee in Oost-Berlijn in 1953

Conflict in de CPN

Om zijn asielaanvraag hoefde Dubbelboer zich niet te bekommeren. Hij wist nauwelijks iets over de stand van zaken, kon nergens navraag doen en kreeg ook geen informatie. Eenmaal kreeg hij in Oost-Berlijn bezoek van een Nederlandse partijgenoot, die vertelde dat Dubbelboers stiefvader in conflict met de CPN was gekomen. Dubbelboer wist onmiddellijk dat hij door dat conflict in een lastige positie terecht was gekomen. De CPN wilde door de “familieaangelegenheid” niets meer voor hem doen en de DDR wist op haar beurt niet meer of de Nederlandse vluchteling zuiver op de politieke graat was. Het gevolg was dat er geen enkele beweging meer in de asielprocedure zat. Begin 1954 vroeg Dubbelboer zich af of het zinvol was in Oost-Berlijn te blijven. Ondanks de dreigende arrestatie besloot hij naar Amsterdam te reizen om de CPN om duidelijkheid te vragen.

Terug in Nederland vonden de communisten de hulpzoekende deserteur een blok aan het been. Een CPN-advocate wilde hem niet helpen en liet hem alleen weten dat hij met vijf jaar gevangenisstraf moest rekenen. Ook de partijleiding wilde niets meer voor Dubbelboer doen. Tweede Kamerlid Jan Haken vertelde Dubbelboers vriend Wim Hazenberg klip en klaar dat de partijlijn nu was dat “alle deserteurs zich bij de autoriteiten moesten melden”. De eerdere belofte om een positieve beoordeling van Dubbelboer naar Oost-Berlijn te sturen was ingetrokken, officieel omdat een schriftelijke verklaring in de DDR gemakkelijk in verkeerde handen terecht kon komen. “Wie het daar vandaag voor het zeggen heeft kan morgen verdwenen zijn”, aldus Haken tegen Hazenberg. De CPN zag de DDR na de volksopstand van 1953 als zwakste schakel in Oost-Europa.

Uiteraard speelde in de afwegingen van de CPN ook een belangrijke rol dat Dubbelboers stiefvader Albert Potze in conflict met de partij was. De in de jaren dertig in Moskou opgeleide stalinist werd in 1953 uit de CPN gezet, ironisch genoeg omdat hij in Nederland voor de Sovjetunie zou hebben gespioneerd. De binnenlandse veiligheidsdienst (BVD) had het onderzoek hiernaar wegens gebrek aan bewijs gestopt, maar de CPN had Potze uit voorzichtigheid geroyeerd. De partijleiding wilde de CPN “schoonhouden” uit angst dat ze in diskrediet zou raken of zelfs verboden zou worden. Deze achtergronden van het royement bleven officieel geheim, ook voor Dubbelboer. CPN-partijsecretaris Carel van Dillen liet wel in een gesprek met Dubbelboers vriend Hazenberg doorschemeren, dat men er in Oost-Europa waarschijnlijk anders over zou denken als bekend was dat Dubbelboers stiefvader voor de Sovjet-Unie had gespioneerd. Nu wilde de CPN volgens Van Dillen niets voor Dubbelboer doen, zolang hij zich niet “voor het front van de partij” openlijk van zijn stiefvader distantieerde.

Demonstratie van de communistische partij in Oost-Berlijn in 1953

Tegen een onrechtvaardige oorlog

De CPN deed dus niets meer voor Dubbelboer, terwijl de Oost-Duitse partij vergeefs op een officieel schrijven wachtte. Dubbelboer bracht zijn vriend Horst Lemanczyk in Oost-Berlijn regelmatig per brief op de hoogte van de ontwikkelingen in Amsterdam. Lemanczyk antwoordde teleurgesteld over de negatieve kijk van de Nederlandse communisten op de ontwikkelingen in de DDR. Hij vond het bovendien onverdraaglijk dat zijn Nederlandse vriend “in de cellen van de kapitalistische wereld zou worden opgesloten, alleen omdat hij het vertikte het om een onrechtvaardige oorlog te voeren”.

Ook in Oost-Duitsland raakte de kwestie-Dubbelboer in de vergetelheid, nadat de CPN het dossier-Dubbelboer had gesloten. De tussenpersoon Arthur meldde zich niet meer bij Lemanczyk en de Oost-Duitse partij reageerde niet meer op Lemanczyks verzoeken. “Ik heb ook geen begrip voor dit zwijgen van de partij”, schreef Lemanczyk in juli 1954 naar Nederland, “maar er speelt zoveel een rol, dat ik het je later wel eens persoonlijk zal uitleggen”. Dat is er nooit meer van gekomen, omdat Lemanczyk enkele jaren later in een Oost-Berlijns familiedrama om het leven kwam. Lemanczyk besloot zijn brief van juli 1954 met een gewone, dagelijkse beslommering: “Maar nu genoeg voor vandaag. Ik ben nu al benieuwd naar de voetbalwedstrijd van West-Duitsland tegen Hongarije. Hopelijk wint Hongarije”.

Hongarije verloor de WK-finale van 1954 met 3-2. En ondertussen werd het Dubbelboer duidelijk dat de CPN hem als een baksteen liet vallen en een terugkeer naar Oost-Duitsland niet mogelijk was. In juli 1954 zocht hij een niet-communistische advocaat en meldde hij zich op het politiebureau. Tijdens het proces verzweeg de verdediging de politieke achtergronden van Dubbelboers desertie en werd over de twee jaar in de communistische DDR met geen woord gerept. Toch was dat laatste ook bij de Nederlandse autoriteiten bekend, zoals onlangs bij inzage in Dubbelboers BVD-dossier uit de jaren vijftig bleek. Eind 1954, bijna vijf jaar na beëindiging van de oorlog in Indonesië, werd Dubbelboer veroordeeld tot een milde gevangenisstraf van drie maanden. Bovendien moest hij de verzuimde militaire diensttijd nadienen.

Erik de Graaf

Dit artikel verscheen eerder in Dagblad van het Noorden, zaterdag 31 oktober 2009. De foto’s werden gemaakt door Jurrien Dubbelboer (behalve die waar hij zelf opstaat). Dubbelboer overleed in 2012 op 85-jarige leeftijd in Appingedam.

Vergelijkbare berichten