|

Belle en het Beest in een Stasi-gevangenis

Het is 9 november. Vandaag is het 35 jaar geleden dat de Berlijnse Muur viel. Dit stuk over liefde in een Stasi-gevangenis schreef ik ooit, al dik vijftien jaar geleden (nee, langer al), uit pure verbazing. De foto’s maakte ik allemaal zelf. In de Stasi-gevangenis Hohenschönhausen en bij de hoofdpersonen thuis.

In 1981 leerden Regina Kaiser en Uwe Karlstedt elkaar kennen in een Stasi-gevangenis in Oost-Berlijn. Zij was als dissidente gearresteerd en hij was de Stasi-officier die haar strafrechtelijk onderzoek leidde. Al tijdens het eerste verhoor klikte het in de kerkers van het DDR-regime. Na drie jaar gevangenschap werd Kaiser door West-Duitsland vrijgekocht. Karlstedt maakte tot eind 1989 carrière bij de Oost-Duitse geheime dienst. In 1997, acht jaar na de val van de muur, spoorde zij hem op. Het klikte opnieuw, inmiddels zijn ze getrouwd. Een sprookje van Hollywood-formaat.

Jarenlang leidde Regina Kaiser belangstellenden rond door de voormalige Stasi-gevangenis Hohenschönhausen in een grauwe Berlijnse buitenwijk. Duizenden politieke gevangenen werden er vanaf de jaren vijftig tot aan de val van de Muur in 1989 stevig aan de tand gevoeld. De verdenking was vrijwel altijd spionage en republiekvlucht. Na de Duitse eenwording zou het complex eerst verder bestaan als normale gevangenis, maar na lange discussies werd het in 1994 als herinneringscentrum voor het publiek opengesteld. De rondleidingen worden sindsdien verzorgd door voormalige gevangenen, die uit eigen ervaring over het dagelijks leven in de Stasi-gevangenis vertellen. Regina Kaiser, die in 1981 acht maanden in Hohenschönhausen gevangen zat, vertelde tijdens de rondleidingen niet alleen het officiële verhaal, maar ook over de persoonlijke vernederingen, de wanhoop, de psychologische terreur en de verhoren. “Regelmatig werd me gevraagd of ik niet benieuwd was wat er van mijn verhoorder terecht was gekomen. De bezoekers stonden stomverbaasd als ik hen antwoordde dat ik inmiddels met hem samenwoonde”, lacht Regina nu in de keuken van hun woning aan de rand van Berlijn.

Eind jaren zeventig richtte Regina Kaiser in Oost-Berlijn een oppositiegroep op. Ze zocht contact met een West-Duits comité voor de mensenrechten en probeerde in het westen kritische artikelen over het Oost-Duitse socialisme te publiceren. “Achteraf gezien gingen we heel naïef te werk”, blikt ze jaren later terug, “maar we vonden gewoon dat er iets moest gebeuren”. Het was indertijd relatief rustig in de DDR, nadat het Oost-Duitse regime in 1977 zijn lastigste critici het land had uitgezet. En het zou nog een poosje duren voor er binnen de Oost-Duitse kerken een onafhankelijke vredesbeweging ontstond. “In dat vacuüm zochten we naar een onafhankelijke, linkse oppositie binnen de DDR. Maar wel buiten de kerk, omdat ik daarmee geen enkele band had. Ik was tenslotte opgegroeid in DDR-trouw nest. Mijn ouders waren lid van de communistische partij, mijn zus werkte bij het Ministerie voor Staatsveiligheid en mijn broer was beroepssoldaat. Het socialisme was bij ons thuis het grote ideaal. Ook voor mij. Alleen kon ik de autoritaire uitvoering door de vergrijzende partijleiding niet verdragen”.

Op 6 april 1981 werd Regina Kaiser gearresteerd vanwege haar contacten met mensenrechtenorganisaties in West-Duitsland. Al op de eerste dag betrad Stasi-officier Uwe Karlstedt de verhoorkamer. “Er ging een schok door me heen”, zegt Kaiser. “Precies zo had de ideale man er in mijn dromen uitgezien. Ja, het was echt liefde op het eerste gezicht. Alleen jammer dat mij dat nu net in de gevangenis moest overkomen.” Ze werd uitgerekend verliefd op de persoon, die de strafbare feiten voor haar proces moest verzamelen. Het gevolg was een groteske verhoorpraktijk, waarin ze haar gevoelens moest zien te verdringen. Na een paar weken schreef ze de zin “en toch steeds weer 11 en 12” voor hem op, waarvan alleen zij de betekenis kende. “De code was eenvoudig”, zegt ze. “’Je bent mooi’ heeft in het Duits elf letters. En ‘ik hou van jou’ twaalf”.

Wat zij niet wist was dat ook Uwe Karlstedt moeite had zich op de verhoren te concentreren, omdat hij eigenlijk wilde dat de dissidente hem aardig vond. “Ik zag steeds een leuke, aardige vrouw van mijn eigen leeftijd”, herinnert Karlstedt zich, “en begon me steeds meer op de verhoren te verheugen. Ik rekte de verhoren onnodig en sloeg extra sigaretten voor haar in”. Toch kreeg hij het strafdossier tegen Regina Kaiser rond. Na een half jaar werd ze tot tweeëneenhalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Kort voor haar overplaatsing naar een vrouwengevangenis in het zuiden van de DDR viel de Stasi-officier even uit zijn rol als verhoorder. “Kunt u zich voorstellen van iemand als ik te houden”, vroeg hij bij hun laatste ontmoeting in Hohenschönhausen. Het antwoord was kort en duidelijk: “Ja”. Wat volgde was een afscheid met een kus in de verhoorkamer. Ze zouden elkaar zestien jaar niet zien.

Regina Kaiser verhuisde na haar vrijlating in 1984 naar West-Berlijn. Aan de andere kant van de Berlijnse Muur vervolgde Uwe Karlstedt zijn carrière bij de Stasi. Aan het eind van de jaren tachtig was hij beroepsmatig betrokken bij acties van de Stasi tegen de Oost-Duitse protestbeweging. In januari 1989 was hij verantwoordelijk voor een juridische beoordeling van het dissidente tijdschrift Grenzfall. In taai Stasi-proza beschreef hij de “opruiende” inhoud van het blad en gaf hij aan hoe de vermoedelijke uitgevers juridisch konden worden aangepakt. Zijn ijver leverde Karlstedt nog in oktober 1989, slechts een maand voor de ineenstorting van het Oost-Duitse regime, promotie tot majoor op.

Pas in 1997, in een compleet ander Duitsland, kwam Regina Kaiser de achternaam van haar Stasi-officier te weten. Vervolgens achterhaalde ze zijn adres en belde hem op. Ze herkenden elkaars stem onmiddellijk. Toch ontkende Uwe Karlstedt eerst. “Nee, dat ben ik niet, loog ik en legde de hoorn op de haak”, blikt Karlstedt terug. “Maar ik kon er nachtenlang niet van slapen. Regina liet het er gelukkig niet bij zitten en schreef me een brief. Daarna spraken we af in een café en sloeg de vonk weer over. Een paar weken later verliet ik mijn gezin en trok ik bij haar in”.

In 2003 publiceerden Kaiser en Karlstedt een boek over hun bijzondere liefdesgeschiedenis. Ze doen daarin verslag van hun compleet verschillende levens, die in de verhoorkamer van de Stasi samen kwamen. De jaren die ze gezamenlijk aan het boek werkten waren zwaar en confronterend. Regina Kaiser beleefde haar gevangenistijd nog een keer van dag tot dag en Uwe Karlstedt begaf zich nog eens op zijn carrièreweg door het Stasi-apparaat. “Achteraf snap ik niet hoe ik willoos in die Stasi-carrière kon opgaan. Ik was gewoon te laf om de harde waarheid onder ogen te zien, terwijl ik genoeg signalen had kunnen opvangen”, zegt hij nu. “Door mijn relatie met Regina moest ik wel met mijn verleden in het reine zien te komen. Het was een soort therapie, die me mijn zelfvertrouwen heeft teruggegeven. Maar het schuldgevoel en de ergernis over mezelf zal ik nooit kwijtraken.”

Het boek werd met verbazing ontvangen. Kaiser en Karlstedt kregen lof voor hun moedige verwerkingsproces, maar ook veel kritiek, omdat het boek de onmenselijkheid in de Stasi-gevangenissen zou bagatelliseren. Vorig jaar bewerkte de BBC het verhaal tot hoorspel. Het wachten lijkt op de verfilming.

Erik de Graaf

Vergelijkbare berichten