Rottumeroog in De Huisvriend
In De Rottum Expeditie haalt Peter van der Schelde het reisje van Menno van Zeeburgh naar Rottumeroog uit 1863 aan. Menno werd in 1835 geboren op de witte boerderij Zeeburgh in de Noordpolder boven Warffum. Hij groeide op aan de noordelijke rand van Nederland. Vanuit de boerderij had hij zicht op de pakweg vijfhonderd meter verder liggende Waddendijk en daar overheen op het Wad. Die dijk was indertijd aanzienlijk minder hoog dan nu.
Menno van Zeeburgh was duidelijk geen doorsnee boer. Uit zijn verslag van de reis naar Rottumeroog blijkt dat hij als een romantisch dichter geniet van zijn omgeving aan het Wad. De boer, zo schreef hij, vindt het ook wel mooi, maar dan meer om het mogelijke financiële gewin als de zee ingepolderd zou kunnen worden.
Beide kanten zitten in zijn familie. Zijn jongere broer Jan vertrok uit het Groningse Waddenlandschap naar Groningen, Leiden en Den Haag om uiteindelijk te promoveren in de letteren. Zijn oudere broer Doje vond al dat gestudeer en geschrijf maar onzin.
Menno was blijkbaar geabonneerd op De Huisvriend, het in 1843 door de dichter J.J.A. Goeverneur gestichte tijdschrift. Van tijd tot tijd las Menno een stuk over Nederlandse en Duitse Waddeneilanden, maar over Rottumeroog bleef het stil. Hij nam zich voor zelf een verslag te schrijven over zijn dagtrip op woensdag 3 juli 1863.
Menno van Zeeburgh overleed in 1872 op 37-jarige leeftijd. Op de begraafplaats van Warffum ligt hij al bijna anderhalve eeuw bij zijn familie in het graf. Op veilige afstand van zijn broer Doje.
Erik de Graaf
Dit stuk verscheen eerder in: De Kaap, donateursblad van de Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat (december 2021) 10.